Skip to content

Noodsituatie reddingswagen

Het redden van babyolifantjes gaat volgens een protocol met een strakke planning. Waar moeten ze bijvoorbeeld op voorbereid zijn? Wat moeten ze doen als het olifantje niet meewerkt? Wat als er gevaar dreigt door stropers? Meestal verloopt de redding volgens plan, omdat de voorbereiding goed is. Maar helaas gebeuren er soms ook onverwachte dingen waar ze geen grip op hebben; zoals een kapotte truck.

 

Rachael Murton

Rachael Murton, directeur reddings-operaties van het olifantjesweeshuis in Zambia, vertelt over die speciale reddingsoperatie: “Op een vrijdagochtend kwam er een melding binnen vanuit een nationaal park dat een baby-olifantje als gevolg van een mens-olifantconflict gescheiden was geraakt van zijn moeder, op een afstand van meer dan 50 kilometer van de opvang.”

De dag ervoor waren er olifanten gesignaleerd in een dorp. De dorpelingen zijn bang voor de olifanten en weten niet goed hoe ze ermee om moeten gaan. De olifanten hadden het dorp in de laatste vijf jaar niet meer bezocht. Vanwege hun angst hebben de dorpelingen de olifanten weggejaagd en uit hun dorp gedreven.

 

Om negen uur in de ochtend ontving het GRI-team het eerste signaal dat er een weesolifantje gevonden was. Het team kwam bijeen en verzamelde alles wat ze nodig hadden om het olifantje te kunnen redden. Het reddingsteam moest naar een gebied dat meer dan viereneenhalf uur van de opvang lag, waarbij ze lange tijd geen bereik hadden van een telefoon-signaal. Ook de route er naartoe was zwaar, met moeilijk begaanbare en zanderige wegen. Daarnaast was de vierwielaandrijving van de reddingstruck kapot. De wagen was al verschillende keren gerepareerd en in een slechte conditie. Hierdoor werd het een risicovolle rit. Wanneer een babyolifantje wordt gevonden wordt er altijd eerst gezocht naar de kudde, zodat het olifantje misschien met de kudde herenigd kan worden. Op deze dag verliep het anders. Terwijl het team bezig was met het zoeken naar de kudde kregen ze de melding dat er een tweede weesolifantje alleen was aangetroffen, op één kilometer afstand van de locatie waar het eerste weesolifantje werd gevonden. Het was pijnlijk te constateren dat er door hetzelfde mens-olifantconflict twee olifantjes gescheiden waren geraakt van hun moeder en de kudde. Op de tweede locatie werd het reddingsteam opgewacht door de plaatselijke bevolking. De mensen stonden er versteld van hoe snel het team interactie kon krijgen met de olifantjes. Het team heeft alles uit de kast gehaald om de babyolifantjes te kunnen herenigen met hun moeder, maar helaas was er geen spoor te bekennen van de olifantenkudde.

Toen de avond aanbrak werd besloten de babyolifantjes naar het weeshuis te brengen. Babyolifantjes kunnen zonder moeder en kudde in het wild niet overleven; zij zijn een prooi voor wilde dieren zoals leeuwen. Daarnaast hebben de babyolifantjes melk nodig, omdat ze anders niet de voedingstoffen krijgen die zij nodig hebben. De babyolifantjes werden in de auto getild en elk olifantje werd door twee verzorgers begeleid. Rachael vertelt verder: “Tijdens de eerste vier uur van de rit naar het weeshuis was er geen GPS-signaal, waardoor er ook geen contact met de mensen in de opvang was. Midden in de wildernis is dat geen pretje. Het was heel spannend of de auto de lange rit aan zou kunnen. Wat als de auto onderweg kapot zou gaan? Dat zou betekenen dat het reddingsteam vast zou komen te zitten, met twee door de reddingsoperatie gestreste babyolifantjes die niet de noodzakelijke voeding zouden krijgen die zij om de drie uur nodig hebben. In een dergelijk geval zou niemand weten waar ze waren en zouden de olifantjes enorm kunnen verzwakken. Hier wil je tijdens een reddingsoperatie niet aan denken.”
De twee geredde babyolifantjes
Weten dat het team van het weeshuis er alles aan doet om een redding zo goed mogelijk te laten verlopen en dat dan de kans bestaat dat alles mislukt door een kapotte wagen, is heel ontmoedigend. Daarnaast geeft het veel stress. Dit keer is het goed gegaan, maar hoe lang de wagen nog mee gaat is de vraag. Er is dringend een nieuwe wagen nodig. De reddingswagen is verschillende keren gerepareerd, maar is oud en werkt niet meer naar behoren. Een reddingswagen is een basisbehoefte en daar moeten ze op kunnen vertrouwen.
Het olifantenweeshuis in Zambia en het natuurbeschermingswerk van Game Rangers International (GRI) is wereldwijd nog niet zo bekend. Vrienden van de Olifant volgt hun werk en steunt GRI sinds 2014 en weet dat ze alle donaties zeer zorgvuldig besteden om ervoor te zorgen dat ze het beste kunnen doen voor de weesolifantjes. Al het geld dat via de peetouders en donaties binnenkomt, wordt besteed aan de verzorging van de weesolifantjes. Het budget is krap en er is geen extra geld voor een nieuw reddingsvoertuig dat hard nodig is.

Een nieuwe reddingswagen is noodzakelijk voor het redden van weerloze weesolifantjes.

 

Een nieuwe truck kost veel geld. Zonder financiële steun zal er geen nieuwe truck komen en blijft deze stressvolle situatie voortduren. Rachael heeft ons namens het GRI-team om hulp gevraagd. Een nieuwe reddingswagen kost $38000. Je kunt helpen door een donatie via onze webshop of met behulp van het donatieformulier. Elk bedrag maakt het verschil. Help jij mee om het doel te behalen?
Bekijk het verhaal van Rachael Murton. 

Back To Top